Voor wie geldt de energiebesparingsplicht per 1 juli?
Deze verplichting komt voort uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer 2013. De besparingsverplichting geldt voor:
- bedrijven die worden aangemerkt als type A of B inrichtingen op grond van het Activiteitenbesluit. Dit zijn bedrijven met een lage milieubelasting. Type C inrichtingen, die doorgaans een hogere milieubelasting hebben, vallen onder de Wet Algemene Bepalingen Omgevingrecht (WABO) en moeten een milieuvergunning hebben waarin besparingseisen specifiek kunnen worden geregeld door het bevoegde gezag;
- middelgrote energieverbruikers: bedrijven met een elektriciteitsverbruik van 50.000 kWh tot 200.000 kWh of een verbruik van aardgas of aardgasequivalenten van 25.000 m3 tot 75.000 m3;
- grootverbruikers van energie: bedrijven met een elektriciteitsverbruik van minimaal 200.000 kWh of een jaarlijks gebruik van aardgas of aardgasequivalenten van minimaal 75.000 m3.
Het Activiteitenbesluit spreekt overigens niet van bedrijven, maar van de ‘drijver van de inrichting’. Wie uiteindelijk welke maatregelen doorvoert kan afhankelijk zijn van de situatie. Bijvoorbeeld de eigenaar of de huurder van een gebouw.
Naleving en erkende maatregelen
De besparingsverplichting wordt door het bevoegde gezag, meestal de gemeente, getoetst aan de erkende maatregelenlijsten. Dit zijn lijsten met maatregelen die specifiek voor verschillende branches zijn opgesteld. Voor kantoren staan hierop onder andere voor de hand liggende maatregelen zoals zuinige verlichting, verwarmingsinstallatie, koelinstallatie en luchtbehandeling. De complete maatregelenlijsten per branche staan in bijlage 10 van de Activiteitenregeling.
De naleving van de energiebesparingsverplichting zal vanaf midden 2019 ook getoetst worden door de overheid aan de hand van de ‘Informatieplicht Energiebesparing’.